-
Nieuws
Kempenmuseum De Acht Zaligheden
Een vrijwilliger aan het woord
Het bestaan van Kempenmuseum De Acht Zaligheden is in onze wijk genoegzaam bekend. Toch werd mij onlangs gevraagd iets meer informatie te geven over het vrijwilligerswerk aldaar.
Eerst ter herinnering:
Het museum bestaat ruim veertig jaar en heeft enkele betaalde parttime krachten in dienst ( dagelijkse leiding, administratie…) Echter, het merendeel van het werk wordt gedaan door ongeveer 107 actieve vrijwilligers, inclusief de bestuurders. De organisatievorm is een Stichting.
Wat doen die mensen zoal? Hoofdzakelijk het:
• Beheren, onderhouden en exploiteren van een historische boerderij, met erf, tuin en bijgebouwen; alles in laagdrempelige sfeer met eenvoudige horecagelegenheid.
• Verzamelen, selecteren, beheren en conserveren van een collectie voorwerpen met relatie tot erfgoed en cultuur uit De Kempen.
• Tonen en toelichten van objecten uit eigen- of geleende collectie in vaste– en wisseltentoonstellingen.
• Aanbieden van museumbezoek of arrangement in groepsverband, al of niet met gids.
Enkele keren per jaar organiseren van een evenement met speciaal thema, alsmede van educatieve projecten voor jeugd van 8 tot 88 jaar.
Dit resulteert in een waslijst van taken en werkzaamheden, van receptionist tot koffiedame, van bestuurder tot ICT-er, van tuinman tot timmerman, noem maar op…! Er is een taakverdeling die daaraan een werkbare structuur geeft.
Voor meer informatie: raadpleeg onze website of kom gewoon.
Genoeg algemene praat, nu wat over mijn eigen ervaringen.
Wij zijn op gevorderde leeftijd in de Molenakkers komen wonen en ik deed in Veldhoven als lid van het IVN ook vrijwilligers werk. Omdat de afstand gering was kon dat doorgaan. Maar, na enkele jaren kwam thuis de verzuchting; Zoek iets in Eersel, hier willen we oud worden, en kort daarop kreeg mijn vrouw (actief in de Wereldwinkel) de tip: Ze zoeken vrijwilligers in het Museum, iets voor jouw man? Dat duwtje was genoeg.
Ik kon aan de slag als hulp bij het onderhouden van de Kruidentuin. Ik vond het leuk om te doen en leerde veel van mijn leermeesteres, en tussen de bedrijven door, ook over het wel en wee van het museum. Van huis uit ben ik een stadsmens, maar het dorpse leven waar ik nu mee kennis maakte beviel me wel. Ook toen al was er aandacht voor een werksfeer die aantrekkelijk is voor de vrijwilligers.
Tuinieren doe ik nog steeds, maar nu in de wat grotere en, minder verfijnde bloementuin. We doen dat met meerdere collega’s en de werktijden hangen af van het weer, zin en tijd. Vanzelf ontstaat er een min of meer vast patroon. Bij mij de maandag en donderdagochtend. Aan de koffietafel leerden we elkaar een beetje kennen en werd ik ook bij allerlei andere activiteiten betrokken. Intussen was de grote verbouwing gestart en het klussen daarbij haalde de band nog strakker aan. En, als je niet te vaak nee zegt, is er ruimte voor meer; bij mij bijvoorbeeld: schilderen, broodjes bakken, gidsen, receptie, meedenken over toekomst. Groot voordeel is de enorme kennis en ervaring die al die vrijwilligers meenemen; een oplossing voor een probleem is dan heel vaak dichtbij.
Inmiddels ben ik al enkele jaren alleen en prijs me gelukkig dat ik bij het museum ingeburgerd ben. Ik kan er altijd terecht en ondervind er veel vriendschap; hoef me eigenlijk nooit eenzaam te voelen.
Vrijwilligerswerk doe je nooit voor niets. Het lijkt alsof je het voor anderen doet, maar je hebt er misschien zelf het meeste profijt van.